11 November is de dag, dat er vroeger heel anders uit zag.
Ik herinner me nog de spanning de plezier van deze speciale dag. Het was een dag als geen ander, ondanks elk jaar hetzelfde gepland. Elk jaar was weer een verassing en de vraag, hoeveel snoep kan ik dit jaar verzamelen?
Het begon altijd op school met het maken van de lampionnen, iets dat na een paar jaar wel wat begint te vervelen, maar het bracht je alvast in de stemming.
Vervolgens verzamelden we ons bij het wijkcentrum waar een fanfare klaar stond om de horde kinderen met hun lampionnetjes te begeleiden door de straten. Dit duurde meestal niet lang, want het leukste kwam daarna, langs de deuren lopen. Zingen.
Elk jaar was het weer een uitdaging om de meest foute variaties van de standaard liedjes te zingen zonder dat je ouders, of begeleider, door had wat je aan het zingen was. We mochten na bedtijd nog op straat ronddwalen en we probeerden altijd bij zoveel mogelijke mensen aan te bellen op een enkele avond.
Wat ik mij herinner was ongeveer 30% niet thuis, lampen waren uit en na wel aan te bellen voor de zekerheid liepen we snel weer verder. Er waren ook altijd zo’n 5 huizen op een avond waar na het aanbellen snel de lichten uit gingen. Reactie was door te schreeuwen door de deuren hoe kinderachtig ze waren en we wel wisten dat ze thuis waren en doorliepen naar de volgende. Op zo’n avond kwam je gemiddeld zo’n 5 groepjes tegen die met elkaar communiceerden wie het lekkere snoep had en als een hele straat (of verdieping van een flat) niemand open deed, en welke straten juist veel mensen open deden. Het was een gezellige gebeuren, want waar je maar keek zag je lichtjes bungelen in de verte, in de flats, echt overal om je heen.
Maar wat vooral onthouden werd was dat je aan de einde van een avond gevoelsmatig een volledige tas vol heb weten te verzamelen met snoep, iets dat waarschijnlijk een leuke bodem was, en trots naar huis te gaan na een geslaagde avond.
We zijn jaren later, ik heb ondertussen op 5 verschillende adressen gewoond en elke keer vraag ik mij weer af, zullen hier wel kinderen aanbellen? Ik lees op sociaal media verschillende manieren hoe je kenbaar moet maken aan de kinderen als je mee doet en dat vind ik zo zonde. Het haalt zoveel spanning weg, de spanning van wie open zal doen, wanneer je zingen zal. Ik doe dus niet mee aan de kenmerken, en heb ook geen enkele keer kinderen bij de straat voorbij zien lopen.
Nu was dit jaar weer nieuw voor me. Nieuw adres, kinderrijke buurt dus kans op zingers. Maar om nu weer speciaal snoep in huis te halen terwijl overal wordt gezegd dat wegens corona het niet door zou moeten gaan was ik helemaal vergeten mij voor te bereiden. Gelukkig had mijn man er wel rekening mee gehouden en wat achter gehouden voor eventuele bezoekers, want daar ging de deurbel!
Wat ik nog het meest zielige vind is dat de vrouwelijke begeleider overmatig bedankte voor dat wij wel nog mee deden, dat vertelt toch wel hoe slecht de avond voor de kinderen tot dusverre geweest is.
Men heeft het steeds over tradities die moeten blijven, dat Nederland zichzelf niet meer is zonder zijn tradities. Maar ik vraag mij dan af; hoort Sint Maarten daar niet bij? Is het zo moeilijk om een zakje klein snoepgoed in huis te halen, open te doen als de bel luidt en even het (meestal) valse zingen aan te horen met een glimlach en ze te laten graaien in de schaal met mini kitkat, rozijnen of beertjes? Dit is zowaar een traditie waar geen enkel twijfel in racisme of andere problemen het kunnen verpesten. Het is een traditie waar zowel arme als rijke kinderen evenveel snoep kunnen verdienen, het is een avond om naar uit te kijken.
Een avond om jaren later naar terug te kijken met gemis voor het heden.